Zeeuws woordenboek

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
'o

o (oo) aanvullende opm. omtrent uitspraak:
1. éénklank; 2. tweeklank; 3. o-(oo-) vóór r. en r+dent.
1. Voor het plaats. optreden van eu (A.N. open o) verg. éunienk (honing); weune(n) (wonen). Voor plaats. optreden eu ù ò verg. beuter butter bottere (boter); scheutel schuttel schottele (schotel).
2. plaats. uitspr. van éénklank -o vóór dentaal als tweeklank in dezelfde positie. Dit verschijnsel doet zich voor in N.W. Walcheren en wordt aldaar strikt doorgevoerd bv.: uitspr. bôôde bôôschap schôôle ôlie rôôze komt overeen m. die van dôôd pôôt dôôze. M.a.v. in deze positie is de uitspr. al dan niet oorspr. tweeklank afhankelijk geworden van volgende dentaal. Parallel hiermee loopt ald. de uitspr. als éénklank van oorspr. tweeklank-oo vóór labialen en gutturalen; boom zoom kopen ooge klinkt dus als open; loog gelogen.
Bovengen. verschijnsel waarbij dus een consequent onderscheid wordt gemaakt zij het op andere grondslag dan die van oorspr. één- en tweeklank-o is te onderscheiden van het willekeurig gebruik van één-klank- en tweeklank-o waarschijnlijk afslijtingsverschijnsel o.m. in Z.V.W. op te merken. Bandopname zal hier uitsluitsel kunnen geven.
Verkorting van tweeklank- en éénklank-o in verkleinings- en werkwoordsvormen bv.: bompje (boompje) ie lopt (hij loopt); ie kopt (hij koopt); ie kokt (hij kookt) is vooral Z.B. op te merken. In halfbetoonde positie ook elders verg de plaats. vormen van voor (vz.): vô vò (nst. voe); zôô zò (nst. zoe); ook ôôk oak ok oek.
Voor plaats. uitspr. goa (gôô): gaan; stoa (stôô): staan op G. zie gae(n); stae(n). Gdr. tekent aan: klank ongeveer als Eng. all draw.
3. Uitspraak o-(oo-) vóór r. verg. Inl. 13. Aanvulling v. h. ald. opgemerkte: de 'verkleuring' is regel doch er zijn plaats. afwijkingen. Zo komt o.m. te Mdb. de uitspraak zonder verkleuring voor in tóren gebóren (n.b. deze klank gaat naar au). Een derg. verschijnsel is aangetekend voor Ktg. en Kb.; Ktg onderscheidt oorspronkelijke tweeklank o vóór r bv. 'ôôre(n) gelijkluidend met tweeklank-o vóór dentalen van oorspr. eenklank (bv. tóren bóren); dezelfde inzender wijst op klankonderscheid op Z.B. tussen tweeklank-o vóór dentaal bv. dôôd pôôt en tweeklank-o vóór gutturaal die tot zware ao-klank nadert bv. boam koape(n).
Waar na o(oo) vóór r+dentaal r geëlimineerd is komt zowel tweeklank- als eenklank-uitspr. en verkorting voor bv. kôôse koosse kosse: koorts.

synoniem(en) - oo
'oba

oba grootvader (ouderw. kindertaal): W. (omg. Mdb.; Amd.; Njoos.; Osb.; Srk.; Ok.; Dob.; Aag.); Z.B. (Hkz.; Ier.); Sch. (Elm.); L.v.Ax.; obba: Z.B. (Kpl.; Ier.; Kn.; Kb.; Rll.); ôôba: Njoos.; appa: T. (Mtd.; Po.); Sch.-D. (Zn.; Bns.); ook wel oteba: Mdb. en omg.; 't Is zò'n oba (enz.): hij doet zo ouwelijk: W. (Osb.; Srk.; Dob.; Aag.); Z.B. (Hkz.; Kpl.; Bzl.; ler.; Kb.; Rll.); Sch. (Elm.; Hsd.); L.v.Ax. (Nz.); thans gewoner: 't is zò'n opoe: ook v. e. jongen gezegd.

'obstinaot

obstinaot zie
opsternaot.

'ochend

ochend ochtend in 't bz. het eerste deel v. d. ochtend tot 8 of 9 uur: Z.eil.; G.; Ofl.
Aant.: met n-voorvoeging: 's nochens (nst. 's ochens) geg. d. W. (Dob.; Aag.; Wkp.); Z.B. (Bld.); ochtienk: Lv.Ax.; ochtienk uchtienk: Z.V.W.; 't Was 'n kouwen-ochtienk: Ax.; Wat eit't geregend van d'n-ochtienk; Zsg.
Aant. Z.V.W.: vooral in de samenstelling morgen- mergenochtienk -uchtienk; met n-voorvoeging: 's nochtienks 's nuchtienks geg. d. Bvt.; nuchtienk: L.v.H.
Zie:
morgen.