Term | Betekenis |
---|---|
'ombreke |
ombreke(n) (landbouwterm): oppervlakkig omploegen de stoppels onderploegen: geg. d. Sch. (Zr.); Z.V.W. (Rtc.); Ofl. (Azn.). Aant.: volg. Dl. opbreke(n).
|
'omgae |
omgae(n) (klemtn. op gae(n))1); bv.: Dà kajje nie omgae(n): vermijden ontlopen: m.m. geg. d. W. (omg. Mdb.; Ok.; Grij.); Z.B. (Gs.; Kpl.; Wmd.); N.B. (Col.); T. (Mtd.); Sch.-D. (Kwv.; Otl.; Ow.) vooral ouderen.
|
'omgevige |
omgevige omgeving: Z.B.; N.B. (Col.); T. (Mtd.; Scherp.; Anl.; Po.); Sch.-D. (Zr.; Elm.; Srd.; Zn.; Ng.; Rns.; Sjl.). Aant. Ng.; Rns.: ouderw.
|
'onweer |