Term | Betekenis |
---|---|
pachtpenniengen |
pachtpenniengen (enz.) 1): pachtgeld (ouderw.): m.m. W. (Osb.; Ok.; Vwp.); Z.B. (Wolf.; Hkz.; Ha.; Bld.; Gs.; Ktg.; Kpl.; Ier.; Kn.); N.B. (Col.); Sch.-D. (Zr.; Kwv.; Ng.; Otl.); Z.V.W. (Bvt.; Rtc.).
|
pachtsegel | pachtsegel pachtcontract: W. (Njoos.; Vwp.; Ok.; Grij.); Z.B.; N.B. (Col.); T.; Phi.; Sch.-D.; Z.V.W. (Bvt.; Rtc.); Wdo.; G. (Gdr.); Ofl. (Mdh.; Smd.); 't Pachtsegel teikene bie de notaoris: Dsr. Aant.: thans meest pachtcontract. |
pachtspel |
pachtspel gezelschapsspel m. speelkaarten en dobbelstenen verwant m. boerenschroom veroud. nog geg. d. W. (omg. Mdb.; Osb.; Vre.; Dob.); Z.B. (Kn.; Wmd.); N.B. (Kg.); Z.V.W.; L.v.Ax.; uitspr. pakspel: Bks.; Cz.; Hok. Aant.: omstreeks 1890 in Z.V.W. nog gespeeld op nieuwjaarsavond d. h. gehele gezin inclusief meiden knechts (en arbeidersfamilie): Cz.; de inleg bestond uit keutjes (z. ald.) koperen penningen bonen kersenpitten; op oudejaarsavond gespeeld: L.v.Ax.; o.a. gespeeld b. h. vosse soppen eten na de huisslacht: Dob.
|
pad | pad (de pad) pad weg: Alg.; nst. mv. paen paejen: Z.eil.; G.; Ofl. en paon paojen: Z.V.W. en O. komt voor patten aldus geg. d. W. (Ok.; Grij.; Dob.; Aag.; Wkp.); Z.B. (Bld.; Odl.; Kpl.); N.B. (Col.); Sch.-D. (Dsr.; Ng.; Rns.; Hsd.; Nwk.; Otl.; Bns.); Z.V.W. (Bvt.). Verkl. vorm: padje: paadje: voetpad Z.eil.; Z.V.W. en O.; paedje: G.; Ofl.; ook de smalle beklinkerde 'trottoirs' in de stad tussen straat en stoep heetten de padjes (of: de kleine stêêntjes). Aant.: pad is veel meer dan in A.N. in gebruik als synoniem van weg verg. onderstaande voorbeelden en uitdr.
|