Term | Betekenis |
---|---|
oestkoeken | oestkoeken koeken of wafels gebakken als de oogst binnen is: m.m. W.; Z.B. (Hkz.; Wolf.; Bld.; Ktg.); N.B. (Col.; Kg.); T. (Mtd.); Sch. (Zr.; Sdb.; Elm.; Zn.; Rns.; Bh.; Sjl.); Z.V.W. en O.; ook benaming van de maaltijd op de avond v. d. dag dat d'n oe:st binnengoeng (ouderw.): Cz. |