wacht de wacht doe: het vee op stal verzorgen: G. (Gdr.); ook geg. d. Wdo. Zie: bestelle(n) de beesten bestelle(n) en verg. thuuswachte(n). Aant.: ook waken b. e. zieke wordt op G.: de wacht doe:we genoemd: ik doe:we de wacht in de vôôrnacht: Gdr.