Term | Betekenis |
---|---|
achterankommertje |
'n achterankommertje een nakomertje: Z.eil.1) ; Z.V.W.; L.v.Ax.; G.; Ofl.
|
achteranlôôp |
achteranlôôp (enz.) 1) het nalopen ter regeling verzorging enz.: Alg.
|
achteranlôôpe(n) |
achteranlôôpe(n) (enz.) nalopen beh. lett. ook regelen verzorgen er veel zorg aan besteden: Alg.
|
achteranpraete(n) |
achteranpraete(n) -praote(n) nazeggen napraten: W. (omg. Mdb.; Amd.; Osb.; Ok.; Dob.; Aag.); Z.B. (Hkz.; Gs.; Kpl.; Bzl.; Wmd.); N.B. (Col.; Wsk.); T.; Phi.; Sch.-D. (Zr.; Otl.; Nwk.); Z.V.W.; G. (Gdr.).
|