Term | Betekenis |
---|---|
'teikeliengetje |
wollen draadje van een afwijkende kleur in breiwerk, waardoor men kan zien hoeveel naadjes er gebreid zijn, W (Vwp); ZB (Wdp); NB (Ks: tekentje(s); T (Mtd); SchD (Bns); LvA (Nz:oud; Hk; Zsg ook: teiken(tje); GOfl (D1:oud). Vgl.: bradje.
|
'teikenlappe |
merklap, geg.d. Tln: heel oud; ZVW: teikenlap. Vgl.: teikelienge tje.
|
'ten 'elte, ten derden |
voor de helft, voor een derde van de opbrengst, ZB. Vaoder ei juun t'n 'elte bie bêês Ver muë, Hrh" Iemand die zonder grond met een boer overeenkomt om met gesloten beurzen samen uien (of andere gewassen) te kweken, waar bij de boer de grond beschikbaar stelt en de andere zijn werk / uren. De netto opbrengst (in geld) van deze oogst wordt gelijk ver deeld ( ten halve). Bij t'n derden, krijgt de boer tweederde en de arbeider een derde van de netto opbrengst.
|
'tènden |
|