Woordenboek supplement

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
babbelieken

in de uitdr.: wat 'n schóón babbelieken: wat een leuk pratertje (gezegd van een kind): geg. d. Lain.

bachten

achter, in actieve spraakge­ bruik uitgestorven, maar de betekenis is nog overal in Zeeland bekend. In tal­ rijke namen en opschriften, bijv. Bach­ ten           Poorte             (een        complex senio­ renwoningen, Osb); Backten Reede (idem, Vs) en Backten Komme (cul­ tureel centrum, Mdb).

baddere(n) slaan, geg. d. Mdh; Smd. Vgl. battere(n), WZD 60a.

baele

in de uitdr.: Ie moe nogà dikkels de baole op' ouwen: hij is vaak het slachtoffer, het mikpunt: geg. d. ZVW. Zie: fof; zak.

Iemand in de baole doen: bij het spel overwinnen: ZVW; ZVO. Aant.: de vorm in den baol doen geg. d. LvH.

Zà dik as 'n baole: geheel verzadigd (na het eten): ZB; NB; T; SchD. Aant.: ook gezegd bij dichte mist: SchD.

In de baole zitten, gedaan zien: beet­ genomen zijn: ZVW; LvA. Aant.: vgl. baole, WZD 58b.

synoniem(en) - baole
baene

in de uitdr.: op de baene weze(n), gae(n): uitgaan: geg. d. Col; Po. Zie: gat; gerammel; lawijt; zwepe; tussen uut; uutgaonder; jakker; leute; hijs; rits; zwier; kont; marote; thuis; reut( el); rote.

synoniem(en) - baone