Woordenboek supplement

zwaar hoesten, W (Amd; Njoos; Rtm); Sch (Rns); ZVW  (Bvt; Hp; Obg). Aant.: te Rns overheerst AN blaffe(n). Vgl. basse(n) (3), WZD 59b. bast lichaam (als AN), in de uitdr.: 't sà wè droge,  drooge(n)  an  de bast:  vochtige kleren drogen wel wanneer je ze aanhebt: W (Bgk; Vwp); ZB (Gs; Ha; Kwd); ZVW (Cz; Sdk). Aant.: Vwp geeft drnst. droogt 't nie an de mast, dan wel an je bast. Volgens opg. Cz is de uitdr. met an je lief gewoner dan met anje  bast.

't Sà wè droge, dróóge(n) an de bast: (overdr.) het komt best in orde: geg. d. Ha. Zie: mast.

touwen die door de leren kokers (bassen) van een paardetuig gaan, geg. d. Gde. Zie: 'oziestrikken

in de uitdr.: langs Basse­ velde op 'n paerd krupen: niet voor de makkelijkste weg kiezen (zowel lett. als fig.): ZVW. Aant.: zou te maken hebben met het omslachtig, via de bassen (leren kokers om de trekstangen) op een paard klimmen.

t reeks, zekere hoeveelheid, in de uitdr.: n'n ba(r)t kaarten: een hand kaarten: geg. d. Kw; Hkt. Aant.: de vorm bat geg. d. Kw. Bart geg. d. Hkt. Zie: rittemboek; stuk; stok; bart; boek.