Term | Betekenis |
---|---|
lievenwil | vrijwillig; uit vrije wil, LvH.Vgl.: liberdewille; lieiberwille. |
loeiliene | leidsel voor jong paard, W(Vwp: loenje bij jong paard); ZB (Kwd;Lwd: ook roelientje); Kpl: ook gebruikt bij roepaard dat wat onhandig is bijdraaien aan eind van de voor); Kn: loei-liene is voor het 'andpaerd en niet voorhet roepaerd; T (Mtd: loeiliene bij jongpaard of loeie voor roepaard); Sch (Ha:ienkelliene; Rns). Zie: roeliene 2. Vgl.: loeieWZD552. |
loeke | rondsnuffelen, geg. d. Ovm.rondsnuffelen, geg. d. Ovm.Vgl.: strunen; schumen; snuusteren;sneukelen; scharrelen. |
loenke | in iemands kaarten (spel)kijken, geg. d. Ier; Kpl; Dsr ("lonke");Vwp ("loenze"). Vgl.: 'aege |