Term | Betekenis |
---|---|
spindetuug | het stêênegoed (aarde werk) voor dagelijks gebruik in de spinde, Vwp; Lwd ( spinnetuug); Kpl; Dsr. Vgl.: spinnespul; spindegoed. |
spinnespul |
het aardewerk voor dage lijks gebruik in de spinde, Ier; Bns; Mdh; Smd. Vgl.: spindetuug; spinne goed. |
spitgleuve |
korte strook grond die tij dens het spitten ontstaat tussen het ongespitte en het gespitte land en die dus steeds opschuift, geg. dr. Kod; Dw/Ovz. Zie: veur(e). |
spitvèrkje |
speenvarken, bevestigd van ZVW tot Ofl. Anders: lóópertje (W); spènvèrkje (ZB ); peevèrkje (ZVW); viggen (LvA); braotvèrkje (ZVO). Zie: spenvèrke. |