Woordenboek supplement

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
verneuteld

klein, in de uitdr.: 'n ver­ neuteld vintje: iemand die klein van stuk is: WZV (Bvt); ZVO-zd.

verniggelezeere

verwaarlozen, W (Kod; Mdb; Ok; Osb). Vgl.: ver'abbe­ zakke(n).

synoniem(en) - verniggelezeeren
verslechteren

in de uitdr.: 't weer ver­ slechtert; de lucht verslechtert: er dreigt regen of onweer: W (Bgk; Vwp); ZB (Gs; Kpl; Ier); T (Mtd; Svn); ZVW

(Cz; Hp; Gde; Obg; Sdk); LvA (Ax; Nz); LvH: verslecht; Gofl ( Mdh; Smd). Vgl.: verachtere(n) (etc.).

versleure

verslonzen, W (Vwp); ZB (Kb; Schr; Wdp); T (Po: versloere); ZVW (Adb; Sls). Vgl.: ver'abbe­ zakke( n); (etc.).

synoniem(en) - versleuren