in de uitdr.: z'n g(e)rêêl 'angt (aol tied) op d' êêste pinne:
- in positieve zin: hij staat altijd voor iedereen klaar, of in negatieve zin: hij moet altijd voor alles opdraaien: ZB; NB (Col; Ks); SchD (Dsr; Elm; Hsd); T (Svn).
- hij moet altijd het eerst aan het werk (zowel voor mensen als voor die ren in gebruik): geg. d. Dsr. Aant.: z'n g(e)rêêl 'angt aoltied vooran d.
Bh; Hsd. De uitdrukking houdt verband met de gewoonte de garelen van werkpaarden een vaste plaats
(pinne) te geven, vaak in het zgn.
g(e )rêêlkot.
- hij wil altijd de baas spelen: geg. d. Lwd;Ax.
synoniem(en):
grêêl