Term | Betekenis |
---|---|
'opscharrele | verzamelen, op de kop tikken, de kost verdienen, W (Ok; Wkp); ZB (Hrh; Kpl; Rll); T; Phi; SchD: die kan z'n kasje wè opscharrele: die is in staat om de kost te verdienen: Bns; ZVW (Sls); LvA (Ax; Hok; Zsg); LvH (Hlt); GOfl. Zie: opschaere(n). |
'oproeper | veilingmeester, W (Aag; Mdb; Rtm; Vwp); ZB (Ktg; Ndp; Wolt);ZVW (Sls); LvA (Ax). Vgl.: opsteker; kreêêrder; afroeper; (etc). |
'oprobbelen |
ophoepelen, in de uitdr: Rabbel hie maar op: maak dat je weg komt: ZVW. |
'oprêêve |
opruimen, ZB (Ktg; Hrh); NB (Col); SchD (Bns; Hsd; Rns); T (Po). Vgl.: oprêê(n) WZD 668. |