Term | Betekenis |
---|---|
achterdeur(e) |
d' achterdeur(e) in het boerenhuis is d'achterdeure de dagelijks gebruikte toegang tot het huis slechts bij plechtige gelegenheden (bruiloft begrafenis) gaat de voordeur open aldus de geh. Z.; G.; Of.; ook voor de oudere dorpshuizen geldt dit; d. e. zijgangetje of over het erf is de achterdeur bereikbaar.
|
achterdam | |
achterbot | achterbot b.h. knikkeren: het raken van de tegenpartij na terugkaatsing bv. tegen een muur: L.v.Ax. (Ax.); Cg.; de slag is in dit geval voor wie roept: achterbot 't miene: Ax.; achterbot is mijn: Cg. |
achterbord | achterbord (achterladder) schot waarmee de achterkant v. d. wagen wordt afgesloten achterschot: W.; Phi.; Sch.-D. (Rns. Ow.; Bns.); Z.V.W. (Gde.; Atm.;); L.v.A.; L.v.H.; Hlt.
|