Term | Betekenis |
---|---|
achteranlôôpe(n) |
achteranlôôpe(n) (enz.) nalopen beh. lett. ook regelen verzorgen er veel zorg aan besteden: Alg.
|
achteranlôôp |
achteranlôôp (enz.) 1) het nalopen ter regeling verzorging enz.: Alg.
|
achterankommertje |
'n achterankommertje een nakomertje: Z.eil.1) ; Z.V.W.; L.v.Ax.; G.; Ofl.
|
achterankieke(n) |
achterankieke(n) 1. (iem.; i.) nakijken: Z.eil.; Z.V.W.; L.v.Ax.; G.; Ofl. (Bto.; Dl.). Ook: achteropkieke(n): Sch.-D.
|