Term | Betekenis |
---|---|
achtendêêl | 'n achtendêêl een ouderwetse graanmaat van 36 L. vroeger bij het dorsen gebruikt. W. (Osb.; Gap.; Mlk.; Bgk.). |
achte(r)mirragstuten | |
achte(r)middagschorte |
achte(r)middagschorte bontkatoenen schort d. d. week gedragen 1) als het huiswerk gedaan is; W. (omg. Mdb.; Njoos.; Amd.; Osb.; Srk.; Ok.); achtermirrigschorte achmirrigschorte: Z.B.
|
achte |
achte het getal acht: evenals alle telw. van twee t.e.m. negentien heeft acht e-uitgang tenzij het attributief staat: Z.eil.: Z.V.W.; L.v.Ax.; G.; Ofl.
|