Woordenboek

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
'oeste

oeste(n) oogsten.
Zie:
oest.

synoniem(en) -  oesten
'oestbrôôd

oestbrôôd krentenbrood op de dag dat de oogst binnen is gegeten: geg. d. Z.B. (Wolf.) die aantekent: zo mogelijk gebakken van meel v. d. nieuwe oogst.
Zie:
oestkoeken.

'oestbigge

oestbigge 1) in augustus geboren big: geg. d. N.B. (Kg.); Sch.-D. (Zr.; Ng.; Dsr.; Rns.; Bh.; Hsd.; Ow.).
1) voor plaats. oe:klank in deze in volg. samenstellingen verg. oest.

'oest

oest! uitroep om e. dier te verjagen bv.: oest oest katte! ga weg poes!: W. (omg. Mdb.; Njoos.; Srk.; Aag.); Z.B. (Kpl.); N.B. (Col.); T. (Tln.; Mtd.; Po.); Sch. (Zr.; Ng.; Rns.; Bwh.); Z.V.W. (Cz.; Sdk.); L.v.Ax. (Nz.); in 't bz. tegen varkens: Hkz.; Bld.; Bzl.
De vorm oesja! geg. d. W. (Aag.); T. (Tln.; Scherp.); Sch.-D. (Zr.; Elm.; Kwv.; Sjl.); Z.V.W.; hoesja!: Ofl. (Dl.); Aant. h-vorm ook geg. d. Cz.; volg. Bks. te onderscheiden: oesjà t. e. varken oert! t. e. hond kets! t. e. kat.